Het Onderwijsblad-archief van de AOb (2024)

  • blad nr 12
  • 23-6-2012
  • auteur J. van Aken
  • Redactioneel

Vliegende brigade schiet zeer zwakke school te hulp

Lager dan nu was het aantal zeer zwakke basisscholen nooit: 26 begin juni 2012, tegen 108 in 2009. Dat is mede te danken aan vliegeniers van de Vliegende brigade. Deze ervaren onderwijsadviseurs bieden ondersteuning zodra de inspectie een school tot ‘zeer zwak’ bestempeld. Het team van de Sevenaerschool in Nieuwehorne kende elkaar nog geen 24 uur toen ze met hulp van een vliegenier aan de slag gingen om de onderwijskwaliteit op peil te brengen.

Pas op maandagavond ontmoet het nieuwe team elkaar voor het eerst bij “de meest inspirerende Chinees van Heerenveen”. Een paar uur later beginnen de leerkrachten op dinsdagochtend aan hun eerste schooldag op de Sevenaerschool in Nieuwehorne. Dat was heftig, herinnert intern begeleider Wilma Banda zich. “Maandag hadden de kinderen nog les van hun vertrouwde leerkracht en een dag later stond er ineens een andere juf voor de klas”, vult directeur Brenda Kokje aan.
Het bestuur neemt de rigoureuze maatregel om zeven van de negen teamleden te vervangen enige maanden nadat de school op 5 januari 2011 door de Onderwijsinspectie tot zeer zwak is verklaard. In het inspectierapport staat dat de opbrengsten in groep 8 onvoldoende zijn, het didactisch handelen en het pedagogisch klimaat niet op orde zijn en dat er onvoldoende zicht op en beleid voor zorgleerlingen is. “Met het zittende team was volgens het bestuur niet de versnelling te bereiken die nodig was om binnen een jaar van het predicaat zeer zwak af te komen”, weet Kokje die met Banda tot de nieuwkomers behoort.
Scholen die zeer zwak zijn verklaard, kunnen de hulp van de Vliegende brigade inschakelen. Een ervaren onderwijsadviseur, een vliegenier, heeft honderd uur om het team bij te staan bij het verbeterplan. De Vliegende brigade is belangrijk voor zeer zwakke scholen, vindt de directeur. “Het is goed dat de inspectie niet alleen oordeelt over scholen, maar dat er ook kosteloze ondersteuning is van de overheid. Dan is het niet alleen afrekenen, maar ook bijdragen.”
De Sevenaerschool krijgt Marie Balvert, werkzaam bij onderwijsadviesbureau Cedin, als vliegenier. Het team voelt zich uitverkoren, merkt Balvert. “Er moet een moeilijke klus geklaard worden en zij zijn naar voren geschoven als degenen die dat konden. Het vorige team moest eerst verdriet, boosheid en rouw verwerken om naar boven te kunnen kijken. Dit team heeft die motivatie van zichzelf al en dat geeft veel energie.”
In hoog tempo komt er een plan van aanpak aan de hand van de negatieve inspectiebeoordeling. Er ligt een pakket maatregelen om het rekenaanbod te wijzigen, het woordenschataanbod te versterken en begrijpend lezen anders aan te pakken. “Dit plan is steeds leidend geweest voor de veranderingen”, zegt Kokje.

Ordeverstoringen
Voor alles moet echter eerst het pedagogisch klimaat worden aangepakt. “Er heerste een onveilige sfeer op school, kinderen waren bang op school. Ordeverstoringen werden niet gecorrigeerd”, vertelt Kokje. Het onderliggende probleem is dat een paar kinderen al heel lang ruzie hadden met elkaar. “Dat werd met de vuist uitgevochten en dusdanig fel dat die vuist niet stopte als wij ertussen kwamen. We hebben met meerdere juffen tegelijk met mannetjes in de houdgreep gestaan.”
De tweede dag belt ze daarom met de vijf ouders van de kinderen die zich het meest misdroegen. “Kom op school om de koppen bij elkaar te steken, heb ik gezegd. We willen het onderwijs verbeteren zodat de kinderen hier meer leren. Als het zo doorgaat, is er geen plek voor jullie kinderen hier. Alle ouders waren blij dat we aangaven er iets aan te willen doen. We hebben hen als partner gevonden door de orde te herstellen en ouders hebben zeker ook hun steentje bijgedragen.”
“De eerste paar weken zijn we voortdurend bezig geweest kinderen terug te fluiten die regels overtraden”, herinnert ib’er Banda zich. “Jij hebt letterlijk met een groep 8-leerling aan de hand gelopen om te laten zien hoe je rustig door de school loopt, anders kwam het niet binnen.”
Nadat de orde hersteld is, kan het team vol gas verder met het verbeterplan. “We hebben het leerlingvolgsysteem door gevlooid, de leerlingendossiers ingericht en groepsplannen gemaakt. Vier in een maand, sommige scholen doen daar twee jaar over”, weet Kokje.
De meerwaarde van vliegenier Balvert vindt ze dat er iemand over je schouder meekijkt om blinde vlekken te voorkomen. “We wilden iemand die ons voedt en het gevoel van competent zijn van de leerkrachten vergroot. Ze maakte een vertaalslag van de plannen naar de leerkrachten en speelde in op individuele verschillen.”
De inbreng Balvert is het meest gericht op het didactisch handelen van het team: “Leerkrachten leren resultaten te analyseren en aan de hand daarvan groepsplannen maken.” Dat gaat echt de diepte in, merkte Banda. “Leerkrachten moeten niet alleen vaststellen dat er drie adhd’ers in de klas zitten en een paar kinderen met dyslexie, maar vooral beoordelen hoe ze die leerlingen beter van het onderwijs kunnen laten profiteren.”
Er volgen teamscholingen en de vliegenier gaat met de ib’er en directeur de klas in om leerkrachten aan het werk te zien. “De opdracht van de Vliegende brigade is dat de kennis duurzaam is. Daarom gaven we de leerkrachten gezamenlijk feedback.” Kokje vult aan: “Wat de leerkrachten deden bij de groepsplannen, deden wij bij hen. We bekeken wat lukt er wel, wat niet, en gaven daarbij ondersteuning. Het ging erom dat er in het onderwijs doelgericht gewerkt werd.” Dat moest centraal staan, zegt Balvert. De leerlingen merkten dat ook, vult Kokje aan. Een jongetje met een eigen rekenleerlijn snapte het ineens. “Juf legt het zo uit dat ik het snap, zei hij bijna verbaasd.”

Wakker liggen
Vliegenier Balvert maakt in juni een eerste analyse van de opbrengsten. “De tussenopbrengsten voor groep 5 en 6 lagen voor het eerst boven de inspectienorm. Het team was en is bereid snel te leren”, constateert ze. Natuurlijk sloeg ook wel eens de paniek toe dat we het nooit gingen redden, vertelt Kokje. “Er is hier heel wat af gebruld en ik heb ook wel eens wakker gelegen.”
Het keerpunt is het bezoek van de inspectie in december 2011, herinnert Banda zich. “We hadden met zijn allen weliswaar een goed gevoel, maar doen we het ook echt goed? De bevestiging van de inspectie was een enorme bevrijding.” Kokje: “Na afloop hebben we elkaar de keukenrol doorgegeven voor de tranen van opluchting.”
Op 13 februari 2012 verscheen het volgende inspectierapport waarin de school van zeer zwak naar zwak is gegaan. Het pedagogische klimaat, didactisch handelen en de leerlingenzorg zijn voldoende. “Er is eigenlijk maar één ding fout gegaan, dat we tweetiende tekortkomen voor voldoende eindopbrengsten”, betreurt Kokje. “Je sloft de achterstand niet helemaal bij in zo’n korte periode, dus liggen we nog steeds onder de loep van de inspectie. Het is daardoor soms lastig de schwung erin te houden bij het team.” Toch merken ook leerlingen de veranderingen. De directeur vertelt lachend: “Een jongetje zei: Jullie zijn kreng... eh streng, maar we leren wel een hoop.”

{kader 1}
‘Vreemde ogen dwingen’

Nooit waren er zo weinig zeer zwakke basisscholen als nu: 26 begin juni 2012 (0,4 procent van het totaal aantal basisscholen) tegen 108 in 2009. Daarvan kregen 76 scholen tussen maart 2009 en augustus 2011 ondersteuning van ervaren onderwijsadviseurs van de Vliegende brigade. Op 35 scholen was het hulptraject op 1 september 2011 afgerond en bijna 90 procent was na een jaar van het predicaat zeer zwak verlost. “Vliegende brigades hebben er zeker invloed op dat er momenteel weinig zeer zwakke scholen zijn”, denkt José Bal, die van het voorjaar 2010 tot september 2011 de Vliegende brigade coördineerde bij onderzoeksbureau Panteia/Research voor Beleid en nu de evaluatie van het project uitvoert.
Wat is de rol van vliegeniers?
Bal: “In overleg met het schoolbestuur en de directie wordt er gekeken waar de knelpunten zitten. Aan de hand daarvan wordt een actieplan opgesteld en de inzet van de vliegeniers hangt daar vanaf. Het kan zijn dat er begeleiding van de directeur en ib’er nodig is. Een vliegenier kan teamtrainingen geven, klassenbezoeken afleggen en individuele ondersteuning bieden aan leerkrachten.”
Welke knelpunten komen zij tegen?
“Het is vaak een opeenstapeling van factoren die onvoldoende zijn: opbrengsten, kwaliteit van het onderwijsleerproces, didactisch handelen en leerlingenzorg. De rol van de schoolleider is cruciaal, die heeft overzicht over de hele school. Als het didactisch handelen of de leerlingenzorg onvoldoende is, heeft de directeur dat onvoldoende beoordeeld.
De vliegeniers werken volgens modules. Veel ingezet zijn die voor leerlingenzorg, kwaliteitszorg en didactisch handelen. Het is belangrijk een vertaalslag te kunnen maken van toetsresultaten naar het inrichten van je lessen. Dat ontbreekt er vaak aan.”
Wat levert de Vliegende brigade zeer zwakke scholen op?
“Ondersteuning. Het is prettig dat een vliegenier ervaring heeft met teams waarin zaken niet goed functioneren. Vreemde ogen dwingen bovendien. Iemand van buiten kan leerkrachten makkelijker aanspreken op zaken die niet lekker lopen.”

{kader 2}
Goed worden

Vanaf september 2011 is de Vliegende brigade onderbracht bij het project ‘Goed worden en goed blijven’ van de PO-Raad. Sindsdien doen 21 van de 26 nieuwe zeer zwakke scholen mee aan het project. “De andere zitten nog in de analysefase”, vertelt coördinator Anneke van der Linde. Het ministerie van Onderwijs financiert het project, dat jaarlijks ongeveer 1,85 miljoen euro kost, na dit schooljaar in principe nog drie jaar. Voor het voortgezet onderwijs is er vergelijkbare ondersteuning: het project ‘Leren verbeteren’. Beide projecten bieden ook hulp aan scholen die zwak zijn of dit dreigen te worden.
www.poraad.nl/content/zeer-zwakke-scholen
www.vo-raad.nl/projecten/lerenverbeteren

Het Onderwijsblad-archief van de AOb (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Mrs. Angelic Larkin

Last Updated:

Views: 5504

Rating: 4.7 / 5 (67 voted)

Reviews: 82% of readers found this page helpful

Author information

Name: Mrs. Angelic Larkin

Birthday: 1992-06-28

Address: Apt. 413 8275 Mueller Overpass, South Magnolia, IA 99527-6023

Phone: +6824704719725

Job: District Real-Estate Facilitator

Hobby: Letterboxing, Vacation, Poi, Homebrewing, Mountain biking, Slacklining, Cabaret

Introduction: My name is Mrs. Angelic Larkin, I am a cute, charming, funny, determined, inexpensive, joyous, cheerful person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.